ln de stille rust van een afgelegen veld, staat daar, als een stille getuige van vervlogen tijden, het Keltisch Portret. Uit eikenhout gesneden, draagt het de littekens van de tijd als een ware trofee van de natuur. Eeuwen van wind en regen hebben hun tol geëist, en toch schijnt het portret te glimlachen met een eeuwige mysterieuze gratie.
De contouren vervagen, als golven die zich terugtrekken op een verlaten strand, en toch blijft de essentie van zijn spirituele kracht onaangetast. De diepe groeven vertellen verhalen van oude clans, van dappere krijgers en wijze druïden die ooit dit land bewandelden.
Het Keltisch Portret, eens levendig en krachtig, is nu een rustig eerbetoon aan een tijdperk dat langzaam verdwijnt in de nevelen van de geschiedenis. En toch, zelfs in zijn verweerde staat, straalt het nog steeds een betoverende aura uit, een herinnering aan de tijdloze verbondenheid tussen mens en natuur.